Van veel muziekuitgevers is inmiddels terugkoppeling ontvangen over de meest recente BUMA/STEMRA ALV, waar de goedkeuring van de jaarrekening 2016 als hoofdpunt op de agenda stond en de daaraan verbonden décharge van bestuur en directievoorzitter t.a.v. de cijfers, maar ook het gevoerde beleid en de operationele uitvoering daarvan.
Die décharge kwam er, maar het ging niet van harte. Met de motie van wantrouwen tegen directievoorzitter Wim van Limpt is ons inziens een dieptepunt bereikt als het gaat om beeldvorming rondom Buma/Stemra richting publiek en politiek. Die motie haalde het niet, maar de percentages tegen en voor lieten zien dat het draagvlak te lijden heeft gehad onder alle recente media aandacht en acties. Het verwondert ons dan ook dat Buma communiceert dat de motie met een “ruime meerderheid” is verworpen.
De muziekuitgevers en ook vele auteurs blijven zitten met veel onbeantwoorde vragen. Was zo’n duur forensisch onderzoek nodig? Waren de conclusies van Nauta wellicht te kort door de bocht nu rechthebbenden niet zijn benadeeld en niemand zich verrijkt heeft? Wat is het lot van de financiële en juridische directeur? Heeft de directievoorzitter de effecten van alle media-aandacht onderschat? Waarom was het Buma bestuur niet vooraf op de hoogte van een komend kort geding tegen CVTA?
De muziekuitgevers zien geen reden voor een juichende houding. Integendeel. Ook de verhoudingen tussen auteurs en muziekuitgevers binnen het BUMA bestuur en de Ledenraad zijn ernstig op de proef gesteld en geven te denken. Er lijkt een “wij en zij” cultuur te zijn ontstaan die naar de mening van de muziekuitgevers in niemands belang is. Aan de zijde van de auteurs lijkt nog onvoldoende besef te zijn van het belang om het collectief in stand te houden en BUMA/STEMRA aangelegenheden ook als collectief uit te dragen. Immers, muziekuitgevers werken in belangrijke mate ook voor auteurs.
Met de komende wijzigingen naar een Raad van Toezicht-bestuursmodel zal blijken in hoeverre de auteurs deze boodschap hebben opgepikt. De eerste signalen wijzen daar niet op. De auteurs blijven aandringen op een ruime meerderheid binnen alle organen zodat zij, net als in het verleden, elke niet-gewenste verandering of besluit kunnen wegstemmen. De uitgevers zijn van mening dat een 50/50 verhouding een reëele en begrijpelijke basis zou zijn, een en ander gecompleteerd door twee onafhankelijke bestuurders.
De komende weken gaat binnen Buma/Stemra de Commissie Governance van start met overleg inzake de nieuwe statuten en bestuursmodel en wij zullen dat op de voet volgen.
Ad Heskes
Directeur VMN