Vind
Vind Menu

NTB en VCTN blijken niet wars van “alternative facts”

Op 18 december jl. verscheen een open brief aan de overheid en het CVTA waarin gesteld werd dat de Collectieve Beheers Organisaties(CBO) BUMA en STEMRA toebehoren aan de auteurs en dat de muziekuitgevers geen recht zouden hebben op bestuurszetels. Het argument daarvoor zou zijn dat muziekuitgevers een afgeleid recht hebben via een contractuele overdracht van rechten, terwijl de auteurs een wettelijk recht op auteursrecht hebben. Dat de rechten zijn zoals ze zijn, bestrijden wij niet, maar de conclusie dat muziekuitgevers daarmee geen recht hebben op bestuurszetels in een CBO is apert onjuist.

Wie er rechthebbende is in een CBO wordt bepaald door de Wet toezicht en geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten. In die wet staat een definitie van rechthebbende en die luidt als volgt: “elke natuurlijk persoon of organisatie anders dan een collectieve beheersorganisatie die houder is van een auteursrecht of naburig recht, of krachtens een overeenkomst voor de exploitatie van rechten of bij wet aanspraak kan maken op een aandeel in de rechteninkomsten.“

Het recht in rechthebbende blijkt dus volgens de wet te slaan op het recht op inkomsten en verwijst dus niet naar het hebben van een auteursrecht onder de wet.

Wij verwijzen tevens naar de situatie in de andere EU landen waar deze discussie in het geheel niet speelt. Daarnaast kent Buma/Stemra vanaf 1913 een historie waarin de muziekuitgevers deel hebben uitgemaakt en mede aan de basis hebben gestaan van oprichting en succes van de beide organisaties.

Allemaal zaken die naar onze stellige verwachting zullen gaan leiden tot een verwerpen van het gedane verzoek om muziekuitgevers te weren uit de besturen van Buma en Stemra.

De muziekuitgevers zouden daarnaast een belangenconflict hebben omdat zij rechten online zelf zijn gaan exploiteren. Echter voor auteurs en zusterorganisaties van Buma Stemra geldt hetzelfde. Allen komen tegemoet aan de wensen van de Europese commissie die in dezelfde Europese Richtlijn waar NTB en VCTN naar verwijzen de mogelijkheid van flexibel rechtenbeheer in het belang van alle rechthebbenden uitdrukkelijk introduceerde.

Muziekuitgevers zouden een financieel belang hebben om afdrachten van gebruikers zo beperkt mogelijk te houden. Muziekuitgevers handelen echter in het belang van hun auteurs en streven logischerwijs voor hun auteurs naar een maximale vergoeding voor hun rechten. En dat laatste is geheel in lijn met waar NTB en VCT in hun open brief mee afsluiten, namelijk een eerlijk inkomen voor de auteurs. Daar zijn we het met elkaar over eens.

Ad Heskes
Directeur NMUV/VMN